beestjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beest·jes
Zelfstandig naamwoord
de beestjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beest
- ▸ Volgende maand gaan we naar Australië. Kangoeroes kijken. Dat zijn zulke lieve beestjes, zegt Sander.[1]