beeldenaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beel·de·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beeldenaar beeldenaars
verkleinwoord beeldenaartje beeldenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de beeldenaarm

  1. afbeelding die op een rondel is geslagen
    1. (numismatiek) afbeelding op een munt of penning
      • Naast de legende is de beeldenaar vaak het belangrijkste identificatiemiddel voor een munt en stelt vaak een heerser of godheid voor. 
    2. afbeelding op een medaille of andere onderscheiding
       De voorzijde van de medaille vertoont de naar rechts gewende beeldenaar van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en de naar links gewende beeldenaar van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden met daarboven een kroon.[1]
  2. (filatelie) het portret van een regerend vorst of vorstin op een postzegel
     De beeldenaar van koning Willem III, die in 1849 de troon beklom, sierde de eerste Nederlandse postzegel.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 4 februari 2024 Weblink bron “Handboek onderscheidingen” (2014), Ministerie van Defensie, Cluster Decoraties, Utrecht, p. 137
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 februari 2024 Weblink bron “Koning neemt zijn postzegel in ontvangst” (27 november 2013) op parool.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be