bedrijfsleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·drijfs·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedrijf en leven met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfsleven | - |
verkleinwoord | bedrijfsleventje | bedrijfsleventjes |
Zelfstandig naamwoord
het bedrijfsleven o
- (bedrijfskunde) het geheel aan bedrijven in een bepaalde samenleving
- Het bedrijfsleven in de regio.
- ▸ Hij was nog steeds verbonden met de snelle ontwikkelingen in het bedrijfsleven, maar ook met het natuurlijke leven.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. het geheel aan bedrijven in een bepaalde samenleving
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfsleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers