becijferden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: becijferden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·cij·fer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
becijferen |
becijferden
- meervoud verleden tijd van becijferen
- Wij becijferden.
- Jullie becijferden.
- Zij becijferden.
- Wij becijferden.