bebou

Uit WikiWoordenboek

Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
bebou
bebou
volledig

Werkwoord

bebou

  1. overgankelijk bebouwen
    «Sodra 'n boer 'n veepos begin bebou en bewerk het, is dit ook te begryp dat hy begerig sou geword het om rondom daardie punt uitsluitende weiregte te verkry.»
    Zodra een boer begon een veepost te bebouwen en te bewerken, is het ook te begrijpen dat hij ernaar verlangde om het alleenrecht te verwerven om rondom dat punt zijn vee te weiden.
Afgeleide begrippen