beïnvloedbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·in·vloed·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beïnvloedbaar beïnvloedbaarder beïnvloedbaarst
verbogen beïnvloedbare beïnvloedbaardere beïnvloedbaarste
partitief beïnvloedbaars beïnvloedbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

beïnvloedbaar

  1. (te) makkelijk gedachten of handelen kunnen veranderen
    • - Als ze al iets wil aantonen, dan is het dat een moordzaak zelden een duidelijke oplossing heeft. Politieonderzoek laat belangrijke details links liggen, jury’s zijn beïnvloedbaar, en de pech van een slechte advocaat kan een verdachte opbreken.[1] 
    • - Mensen zijn vaak heel beïnvloedbaar door reclame. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Guus Valk NRC 20 november 2014
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be