bavorský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /bavɔrskiː/

Bijvoeglijk naamwoord

bavorský

1. (demoniem) Beiers; met betrekking tot de regio Beieren.
2. (taal) Beiers; met betrekking tot een groep dialecten die samen het Beiers genoemd worden.

Verwante begrippen

• Bavor m
• Bavorák m
• bavorák m
• Bavorka v
• Bavorsko o

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bavɔrskiː/

Bijvoeglijk naamwoord

bavorský

1. (demoniem) Beiers; met betrekking tot de regio Beieren.
2. (taal) Beiers; met betrekking tot een groep dialecten die samen het Beiers genoemd worden.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	bavorský		bavorská	bavorské	bavorští	bavorské		bavorská
genitief	bavorského		bavorské	bavorského	bavorských
datief	bavorskému		bavorské	bavorskému	bavorským
accusatief	bavorského	bavorský	bavorskou	bavorské	bavorské			bavorská
vocatief	bavorský		bavorská	bavorské	bavorští	bavorské		bavorská
locatief	bavorském		bavorské	bavorském	bavorských
instrumentalis	bavorským		bavorskou	bavorským	bavorskými

Vervoeging

stellend	bavorský
vergrotend	bavorštější
overtreffend	nejbavorštější

Afgeleide begrippen

• bavorsky (bw.)

Verwante begrippen

• bavorák m onbezield
• Bavorák m bezield
• Bavorsko o
• bavorština v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)