batikken

Uit WikiWoordenboek
Gebatikte stof

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·tik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
batikken
batikte
gebatikt
zwak -t volledig

Werkwoord

batikken

  1. overgankelijk stof bewerken met was en vervolgens met kleurstof om er kleurige patronen op aan te brengen
    • Deze jurk is prachtig gebatikt. 
    • [..], terwijl de vrouwen spinnen, weven, doekverwen en batikken.[1] 

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Meer informatie