basgitaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bas·gi·taar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bas en gitaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basgitaar | basgitaren |
verkleinwoord | basgitaartje | basgitaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziekinstrument) een gewoonlijk elektrisch of elektronisch versterkt viersnarig instrument met een lage ligging
- De basgitaar is uit de populaire muziek nauwelijks weg te denken.
Gangbaarheid
- Het woord basgitaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basgitaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be