bandgeheugen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- band·ge·heu·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van band en geheugen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandgeheugen | bandgeheugens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het bandgeheugen o
- (informatica) (geschiedenis) een in de begintijd van de informatica veel gebruikt type geheugen bestaande uit een (goedkope) magneetband waarop de gegevens sequentieel zijn of worden vastgelegd
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bandgeheugen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.