bamibal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·mi·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bamibal bamiballen
verkleinwoord bamiballetje bamiballetjes

Zelfstandig naamwoord

de bamibalm

  1. (voeding) een gefrituurde ronde snack van bami met daaromheen paneermeel
    • Rol of dip de bamibal tijdens het vormen zo nodig af en toe in de bloem om te voorkomen dat de handen plakkerig worden. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen