ballistiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ballistiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bal·lis·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘leer van de kogelbaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ballistiek | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ballistiek v
- (wetenschap) leer die de banen van projectielen bestudeert
Verwante begrippen
Vertalingen
1. leer die de banen van projectielen bestudeert
Gangbaarheid
- Het woord ballistiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ballistiek" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ballistiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be