baissier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bais·sier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baissier | baissiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de baissier m
- iemand die op koers- of prijsdaling speculeert
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord baissier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baissier" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be