baise

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak

Werkwoord

vervoeging van
baiser

baise

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van baiser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van baiser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van baiser

Zelfstandig naamwoord

baise v

  1. (spreektaal) het neuken [1]

Verwijzingen