baffen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- baf·fen
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing van hondengeblaf of afgeleid van baf tw met het achtervoegsel -en; vergelijk beffen ww [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
baffen |
bafte |
gebaft |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
baffen
- inergatief (dierengeluid) geluid maken dat kenmerkend is voor een hond
- inergatief (figuurlijk) druk of luid praten, lawaai maken
- overgankelijk (verouderd) met flinke happen tot zich nemen
- overgankelijk (seksualiteit) seksueel stimuleren door het likken van de anus, zonder die met de tong binnen te gaan
- ▸ Baffen is eigenlijk hetzelfde als rimmen (anilingus). Het enige verschil is dat je tijdens het baffen niet met je tong in de anus gaat.[4]
-
1. Een hond die aan het baffen is.
-
4. Het baffen van een vrouw.
Synoniemen
Hyperoniemen
- [4] kontlikken, rimmen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'baffen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Dierengeluid in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal