badmeesters

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·mees·ters

Zelfstandig naamwoord

de badmeestersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord badmeester
     Wat ik me het best herinner van dat eerste schooljaar in Norrkôping was het zwembad, hoe ik voor het eerst van de driemeterplank durfde te springen, hoe een van de badmeesters me onder zijn hoede nam terwijl mijn klasgenootjes nog bezig waren met hun kurkgordels en me veel beter leerde borstcrawlen, met rechtere armen en mijn hoofd stil.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767