badmeester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: badmeester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bad·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en meester
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badmeester | badmeesters |
verkleinwoord | badmeestertje | badmeestertjes |
Zelfstandig naamwoord
de badmeester m
- (beroep) iemand die toezicht houdt bij zwembaden en vaak ook zwemles geeft
- Iedereen die niet in het diepe durft te springen wordt door de badmeester ferm in het water gesmeten.
- ▸ Wat ik me het best herinner van dat eerste schooljaar in Norrkôping was het zwembad, hoe ik voor het eerst van de driemeterplank durfde te springen, hoe een van de badmeesters me onder zijn hoede nam terwijl mijn klasgenootjes nog bezig waren met hun kurkgordels en me veel beter leerde borstcrawlen, met rechtere armen en mijn hoofd stil.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord badmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badmeester" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be