bada

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord bade
Naar frequentie 46369
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud bada - - - - - -
o enkelvoud bada
meervoud bada
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
bada - - - - - -

Bijvoeglijk naamwoord

bada

  1. gebaad
Schrijfwijzen

Werkwoord

bada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bade
Schrijfwijzen

har badet

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bade
Schrijfwijzen

bada

  1. voltooid (verleden) deelwoord van bade
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

bada

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van bad
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·da
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord  bade ww 
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud bada - - - - - -
o enkelvoud bada
meervoud bada
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
bada - - - - - -

Bijvoeglijk naamwoord

bada

  1. gebaad

Werkwoord

bada

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast bade, zie aldaar

bada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bada

har bada

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bada

bada

  1. voltooid (verleden) deelwoord van bada

bada

  1. gebiedende wijs van bada
Schrijfwijzen

Werkwoord

bada

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bade

har bada

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van bade

bada

  1. voltooid (verleden) deelwoord van bade

bada

  1. gebiedende wijs van bade
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

bada

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van bad