bacterioloog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bac·te·rio·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bacterioloog | bacteriologen |
verkleinwoord | bacterioloogje | bacterioloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de bacterioloog m
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een wetenschapper die zich bezighoudt met de bacteriologie
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bacterioloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.