backing

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bac·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord backing
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de backingv / m

  1. ondersteuning die op de achtergrond of vooral wanneer het echt nodig is wordt gegeven
    • Hoe kon dit tijdschrift dat onder de vleugelen van de kerk verscheen, zo open publiceren? En waar kwamen de moderne opvattingen van de redactie vandaan? Kregen ze daarbij ook steun of backing van anderen binnen de kerk? [1]
    • Deze elementen gecombineerd met de vlotte pen en, kort na het eerste verkoopssucces [sic!], de publicitaire backing van de uitgeverij, maakten van zowel de auteur als zijn werken een fenomeen binnen de Vlaamse letteren. [2]
Synoniemen
Verwante begrippen

alleen naar de vorm: ook ontleend aan het Engels

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen