aviobrug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- avio·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aviobrug | aviobruggen |
verkleinwoord | aviobrugje aviobruggetje |
aviobrugjes aviobruggetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (luchtvaart) beweegbare looptunnel tussen vliegtuig en luchthavengebouw
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aviobrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aviobrug" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be