avid
Engels
Uitspraak
- IPA: /ævɪd/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Franse avide.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
avid | more avid | most avid |
Bijvoeglijk naamwoord
avid
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
avid | more avid | most avid |
avid