automobilisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·mo·bi·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van automobiel met het achtervoegsel -isme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automobilisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het automobilisme o
- (sport) automobielsport
- gebruik van automobielen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord automobilisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.