auraal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·raal
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van aura met het achtervoegsel -aal

Bijvoeglijk naamwoord

auraal

  1. (medisch) met betrekking tot een zintuigsignaal als voorbode van bijv. Migraine of een toeval
Vertalingen

Gangbaarheid