audio

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: audio-
Uitspraak
Woordafbreking
  • au·dio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audio audio's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de audiom

  1. (elektronica) de techniek van het opnemen, verwerken en weergeven van in elektronische signalen omgezet geluid, geluidsverwerkingstechniek
    • Voor zowel video als audio beschikt de studio over de nieuwste apparatuur. 
  2. geluid
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie


Latijn

Werkwoord

vervoeging van
audīre

audiō

  1. actief indicatief praesens, eerste persoon enkelvoud van audīre


Pools

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /aʊ̯̯dɪjɔ/
Woordafbreking
  • au·dio

Zelfstandig naamwoord

audio o

  1. audio
Verbuiging


Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Bijvoeglijk naamwoord

audio

  1. audio-
Verbuiging
  • Onverbogen

Verwijzingen