aspirante

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·pi·ran·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aspirante aspirantes
verkleinwoord aspirantetje aspirantetjes

Zelfstandig naamwoord

de aspirantev

  1. vrouwelijke vorm van aspirant, vrouwelijke kandidaat voor een functie

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·pi·ran·te
enkelvoud meervoud
aspirante aspirantes

Zelfstandig naamwoord

aspirante m/v

  1. aspirant
Synoniemen

Verwijzingen