asmogendheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·mo·gend·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van as en mogendheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asmogendheid | asmogendheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de asmogendheid v
- (geschiedenis) (militair) (politiek) één van de mogendheden Duitsland, Italië en Japan die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog een alliantie vormden
Gangbaarheid
- Het woord 'asmogendheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.