artillerist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·til·le·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord artillerist artilleristen
verkleinwoord artilleristje artilleristjes

Zelfstandig naamwoord

de artilleristm

  1. (beroep) een militair die dienst doet bij de artillerie
    • De artillerist raakte gewond bij de schietpartij. 
    • Tijdens de minuten die volgden, vuurden de artilleristen met een promptheid die je eigenlijk niet van hen gewend was, achter elkaar salvo's uit hun 75'ers vanuit het achterland op de Duitse linies af, je zou je bijna afvragen of ze ervan afwisten. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be