arreglar
Catalaans
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
arreglo | arreglava | arreglat |
1e vervoeging | volledig |
Werkwoord
arreglar
- regelen, in orde maken
- herstellen, repareren
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·rre·glar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
arreglar |
arreglaba |
arreglado |
volledig |
Werkwoord
arreglar
Woordafbreking
- a·rre·glar
- overgankelijk beredderen, regelen, oplossen, in orde maken
- herstellen, vermaken, repareren, opknappen, aanpassen
- verzorgen, aankleden
- (muziek), arrangeren
Synoniemen
- [2] reparar