arctisch

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Arctisch


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • arc·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen arctisch arctischer
verbogen arctische arctischere
partitief arctisch arctischers -

Bijvoeglijk naamwoord

arctisch

  1. extreem koud, behorend bij heel lage temperaturen
     Het is een uurtje voor de officiële perspresentatie, zo’n tien camera’s worden opgesteld in de persruimte die door de overspannen airconditioning arctisch aanvoelt.[1]
  2. verouderde spelling of vorm van Arctisch tot 2006
Antoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 juni 2023 Weblink bron
    Bart Hinke
    “Trainer Van Bommel schreef als speler al oefeningen op” (29 juni 2018) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be