arbeidsvermogen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsvermogen arbeidsvermogens
verkleinwoord arbeidsvermogentje arbeidsvermogentjes

Zelfstandig naamwoord

het arbeidsvermogeno

  1. de mate waarin iemand in staat is te werken
    • Zijn arbeidsvermogen is nog steeds geen 100 procent. 
  2. de hoeveelheid arbeid die per tijdseenheid is verricht (vermogen)
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid