apprecieerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ap·pre·ci·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
appreciëren |
apprecieerden
- meervoud verleden tijd van appreciëren
- Wij apprecieerden.
- Jullie apprecieerden.
- Zij apprecieerden.
- Wij apprecieerden.
vervoeging van |
---|
appreciëren |
apprecieerden