apenkop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apen·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apenkop apenkoppen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

apenkop m [2]

  1. (pejoratief) (informeel) ondeugend kind
    • Tweeduizend taalgebruikers hebben gereageerd op een enquête en uit hun reacties blijkt dat er weinig overeenstemming is over de schrijfwijze van woorden waarin mogelijk een tussen-n kan worden geplaatst. Het woord dat het meest tegen het gevoel indruist is ‘apenkop’ in de betekenis van ‘kwajongen’. Meer dan driekwart van de mensen prefereert ‘apekop’. Soms wordt juist de tussen-n logischer gevonden: minder dan een kwart van de mensen heeft een voorkeur voor het officiële ‘antilopekudde’ boven ‘antilopenkudde’. De schrijfwijze van ‘honde(n)hok’ verdeelt de geënquêteerden precies in tweeën – officieel is het mét tussen-n. [3] 
     ‘Uiteindelijk draait het toch allemaal om die apenkoppen, nietwaar? Hoe oud ze zijn maakt allemaal geen fluit uit.[4]
  2. de kop van een aap
    • In het Spaanse stadje Borja is sinds 2012 een bijzonder portret van Jezus te bewonderen. Omdat mijn tronie boven deze column een extra foto niet toestaat (het ego staat hier letterlijk in de weg) beschrijf ik hem even kort: het hoofd lijkt op dat van een stripfiguur, een beertje. Of op een naïef geschilderde, ronde en harige apenkop. Eerder was het een conventioneel Jezusportret, geschilderd in 1930, zwaargehavend door vocht. Een kerkganger, Cecilia Giménez, toen 81 jaar oud, besloot het werk zelf te restaureren. Het resultaat werd als afzichtelijk beoordeeld. De ‘Ecce Homo’ (aanschouw de mens) ging als ‘Ecce Mono’ (zie de aap) de wereld over. Giménez’ kleinkinderen eisten via een advocaat vernietiging van het fresco om verdere schade aan de familie-eer te voorkomen.[5]  
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. apenkop op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC 12 juli 2006
  4. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  5. NRC Pieter van Os 7 juli 2016
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be