antecedentie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·te·ce·den·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van antecedent met het achtervoegsel -ie
- Naamwoord van handeling van antecederen met het achtervoegsel -entie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antecedentie | antecedenties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de antecedentie v
- het antecedent zijn
Gangbaarheid
- Het woord 'antecedentie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.