anropar

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ro·par
Woordherkomst en -opbouw
  • Zweedse werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 4174

Werkwoord

anropar

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van anropa