angstbijter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: angstbijter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- angst·bij·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van angst en bijter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | angstbijter | angstbijters |
verkleinwoord | angstbijtertje | angstbijtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de angstbijter m
- hond die bijt als hij bang is
Gangbaarheid
- Het woord 'angstbijter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.