angelsaksiske
Deens
Woordafbreking
- an·gel·sak·sis·ke
Naar frequentie | 61157 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van angelsaksisk
angelsaksiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van angelsaksisk
Noors
Woordafbreking
- an·gel·sak·sis·ke
Naar frequentie | 58315 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van angelsaksisk
angelsaksiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van angelsaksisk
Nynorsk
Woordafbreking
- an·gel·sak·sis·ke
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van angelsaksisk
angelsaksiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van angelsaksisk