anastomose

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ana·sto·mo·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord anastomose -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de anastomosev

  1. (medisch) een vaatverbinding, het aan elkaar verbinden van twee vaten
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to  anastomose 
he/she/it  anastomoses 
verleden tijd  anastomosed 
voltooid
deelwoord
 anastomosed 
onvoltooid
deelwoord
 anastomosing 
gebiedende wijs  anastomose 

Werkwoord

anastomose

  1. aan elkaar verbinden door anastomose

Bijvoeglijk naamwoord

anastomose

  1. (medisch) aan elkaar verbonden door anastomose