analyseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ana·ly·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
analyseren

analyseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van analyseren
    • Ik analyseerde. 
    • Jij analyseerde. 
    • Hij, zij, het analyseerde. 
     Hierna kneep hij zijn ogen iets samen, alsof hij heel snel een veelomvattend onderwerp analyseerde.[1]

Verwijzingen