analogiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ana·lo·gi·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
analogiseren |
analogiseerde
- enkelvoud verleden tijd van analogiseren
- Ik analogiseerde.
- Jij analogiseerde.
- Hij, zij, het analogiseerde.
- Ik analogiseerde.