analfabetisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·al·fa·be·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord analfabetisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het analfabetismeo

  1. het niet kunnen lezen of schrijven
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be