anabool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ana·bool
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘opbouw van eiwit bevorderend’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'ballein' (werpen) met het voorvoegsel ana- [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen anabool anaboler anaboolst
verbogen anabole anabolere anaboolste
partitief anabools anabolers -

Bijvoeglijk naamwoord

anabool

  1. (medisch) weefselopbouwend
    • Het wijdverspreid gebruik van anabole steroïden in de sport heeft tot grote opschudding geleid. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen