amuses

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amu·ses

Zelfstandig naamwoord

de amusesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord amuse


Frans

Werkwoord

vervoeging van
amuser

amuses

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van amuser
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van amuser