alleenverdeler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·leen·ver·de·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en verdeler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenverdeler | alleenverdelers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de alleenverdeler m
- distributeur die de alleenverkoop van een product bezit
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'alleenverdeler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.