alerte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aler·te

Bijvoeglijk naamwoord

alerte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van alert


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
alertar

alerte

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alertar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alertar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alertar