alarmsignaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • alarm·sig·naal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alarmsignaal alarmsignalen
verkleinwoord alarmsignaaltje alarmsignaaltjes

Zelfstandig naamwoord

het alarmsignaalo

  1. een noodsignaal, vaak in de vorm van een luid geluid of een knipperend licht, dat voor dreigend gevaar waarschuwt
    • Let altijd op het alarmsignaal! Als het afgaat, moet u de ruimte verlaten. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid