aftalens
Deens
Woordafbreking
- af·ta·lens
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel af-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
aftalens, g
- bepaalde vorm genitief enkelvoud van aftale
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
aftalens, g