aftalen
Deens
Woordafbreking
- af·ta·len
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel af-
Naar frequentie | 2370 |
---|
Zelfstandig naamwoord
aftalen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van aftale
Naar frequentie | 2370 |
---|
aftalen, g