africhting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·rich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord africhting africhtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

africhting v [1]

  1. het dieren aanleren van bepaalde vaardigheden
     Volgens hem zijn Nederlandse honden zo gewild, omdat er met de in 1907 opgerichte KNPV in de afgelopen eeuw een unieke structuur is opgezet. Schellekens: "We zijn een klein landje. Iedereen kent elkaar en het trainen van honden gaat echt van vader op zoon. Er is zo onderling veel kennis uitgewisseld, knowhow over africhting opgedaan en er is een bepaald fokprogramma opgezet. Daarbij wordt minder gekeken naar ras en gaat het meer om anatomische eigenschappen."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron
    Lennart Bloemhof
    “IS-leider opgespoord door Nederlandse hond? 'Iedereen wil onze honden'” (Woensdag 30 oktober 2019, 15:37), NOS