adverbia
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·ver·bia
Zelfstandig naamwoord
de adverbia mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord adverbium
Tsjechisch
Zelfstandig naamwoord
adverbia
- genitief enkelvoud van adverbium
- nominatief meervoud van adverbium
- accusatief meervoud van adverbium
- vocatief meervoud van adverbium